Pelgrimsfles
In de middeleeuwen gingen mensen niet zo gemakkelijk op reis. Het was namelijk best gevaarlijk om je zomaar buiten je dorp of stad te begeven. Er was ook weinig reden om je woonplaats te verlaten, want daar was alles te vinden wat je nodig had. Er was één uitzondering: de pelgrimage. Mensen wilden graag in contact komen met heiligen, belangrijke figuren uit de geschiedenis van het christendom. Het gebeente of andere relieken van die heiligen werden bewaard in allerlei kerken verspreid over heel Europa. De meest bekende relieken zijn die van de heilige Jacobus in Santiago de Compostella, dat ligt in Spanje. Om bij de heiligen te komen, moest je wel op reis.
Er was eerbied voor pelgrims, ze reisden te voet en zonder veel bagage. Ze mochten overal aankloppen voor een maaltijd en een warm bed. Maar wat te drinken voor onderweg droegen ze bij zich, in een veldfles. De twee oren dienden om een koord aan te bevestigen; zo kon je de pelgrimsfles makkelijk aan je schouder dragen.
Details
-
materiaal:Keramiek
-
periode:Vroegmoderne tijd (1500 - 1800 n. Chr.)
-
datering:Onbekend
-
afmetingen:
-
vindplaats:
-
inventarisnummer: