Dissel
Met een dissel kon je planken glad maken. Het was een soort bijl waarvan het blad dwars op de steel stond. Ze waren er in allerlei maten en soorten. In de scheepsbouw werden grote dissels gebruikt waarvan je de steel met twee handen moest hanteren. Kleinere dissels konden in combinatie met een hamer worden gebruikt.
Dit type dissel wordt ook wel een kuipersdissel genoemd. Kuipers maakten tonnen, emmers en teilen van duigen. Dat zijn de verticaal staande plankjes in het rond: de wand van de kuip. De duigen moesten goed glad en passend zijn, dat werd bereikt met behulp van de dissels. Daarna werden de duigen met een bodem samengevoegd en door hoepels in het gelid gedreven. Kuipers werkten vaak in de nabijheid van havens. Rondom scheepvaart en handel waren er altijd vaten en emmers nodig. Was het niet als verpakking dan wel om te hozen
Details
-
materiaal:Metaal
-
periode:Vroegmoderne tijd (1500 - 1800 n. Chr.)
-
datering:
-
afmetingen:
-
vindplaats:Dordrecht, Voorstraat 290-294 (Buytink-terrein)
-
inventarisnummer:8201.006.024